donderdag 21 oktober 2010

Darnay Hünsdorf

Vrijdag 27 augustus, voor het eerst regent het op mijn thuisreis. Niet alleen de regen is vervelend, maar ook de wind is nu merkbaar sterker. Ik pak mijn spullen in onder een afdak bij het toiletgebouw, de tent is wel nat, maar zal vanavond toch weer uitgepakt worden. Vandaag begeef ik mij door de eindeloze akkers van noord Frankrijk, het rollende landschap met daarboven rollende onweersbuien. Per saldo valt de neerslag eigenlijk nog wel mee, maar dit valt niet altijd op omdat de weg nat is, en de lucht vochtig. Tegen de middag is toch ook de zon af en toe zichtbaar, de harde wind blijft, maar meestal blaast deze in mijn rug. Boven op de heuvels kan ik goed zien waar de buien zich bevinden, machtig mooi gezicht is dat, donkere luchten, met hier en daar stortregens en onweer. Dan moet ik er ook aan geloven en terwijl ik van een heuvel af sjees haalt de bui mij in. Hooguit 5 minuten later is het weer droog, en schijnt de zon weer.  Het is vandaag jasje aan, jasje uit dag heb ik besloten. Van collega Toon krijg ik het bericht dat het rond Metz nogal aan het spoken is, en of ik daar ook nog in de buurt ben. Om leedvermaak zit ik niet te wachten, en sms terug dat het slechts een klein beetje regent af en toe. Gedurende de dag verandert het landschap totaal niet zodat ik geen idee heb of ik wel progressie maak. De ene heuvel lijkt precies op de andere, de smalle asfalt weggetjes lijken af en toe op een achtbaan zo kronkelen ze de heuvels op en af, alleen de looping ontbreekt nog. Een van de weinig grotere plaatsen is Charmes, ik kan weinig charmants ontdekken aan het plaatsje. Maar gezien de foto op google earth had ik gewoon even wat meer tijd moeten nemen.
Charmes heeft toch wel zijn charmes
De volgende grote plaats is Luneville, maar het oude vertrouwde akkerlandschap keert al vrij vlot weer terug. Voor vandaag had ik mezelf belooft om Frankrijk te verlaten, maar ik ben nog steeds niet in de buurt van Nancy, laat staan Metz. Normaal gesproken kondigen deze plaatsen al rap het einde van Frankrijk aan, op de fiets is dit een heel ander verhaal, er zit nog behoorlijk veel Frankrijk tussen Nancy en Luxemburg. In Puttigny krijg ik de 2e regenbui van betekenis op mijn hoofd. De straten veranderen in rap tempo in snel stromende rivieren. De roeifiets is met dit weer uitstekend in zijn element wanneer ik stroomopwaarts omhoog roets. De putten kunnen dat vele water in korte tijd niet verwerken, en langs de stoepen kolkt het water alsof het een wilde rivier is.Na een minuut of 5 is het alweer over met het waterballet, en zorgt de zon weer voor het opdrogen van de weg. De maag begint toch al weer te knorren, en de plaatsjes die onder mijn wielen door glijden bieden totaal geen accomodatie om dit euvel te verhelpen. In Hemilly barsten de wolken weer open, het remvermogen op de natte velgen is gereduceerd tot dat van een schoenzool op een ijsbaan. Ook deze bui is van korte duur, maar van een opwarmend zonnetje is nu geen sprake meer. In Courcelles Chaussy bied een kebab zaak eindelijk de oplossing voor de dierengeluiden uit mijn maagstreek, ook het idee wat meer in de bewoonde wereld te zijn bied mij hoop op een slaapplek. Ik bevind mij nu ter hoogte van Metz, dus het kan niet ver meer zijn. Het is inmiddels donker geworden, en in de verte zie ik de oplichtende industrie van Metz aan de westelijke horizon. Ook dit aanblik blijft lange tijd in zicht, alsof ik op een rollerbank aan het fietsen ben. Om 22.00 uur ontdek ik, inmiddels in de moezelstreek aangekomen, wat borden met toeristische informatie. Campings hebben ze hier niet, maar  er zijn wel enkele hotels in deze omgeving. Ik heb mijn hoop gevestigd op Koenigsmacker, klinkt best wel Luxemburgs, maar is helaas nog Frankrijk. Het hotel aldaar is snel gevonden, maar de verlaten indruk baart mij zorgen, dit in combinatie met het briefje op de deur dat ze vanaf 27 augustus zelf vakantie aan het houden zijn doet mij even heel diep zuchten. Het is inmiddels 23.00 uur wanneer ik besluit dan maar door te roetsen. De route loopt vlak langs de inmense koeltorens van de kerncentrale van Cattenom die ik de laatste paar uur al in het zicht had. Tegen middernacht passeer ik de grens met Luxemburg, en in Crauthem kom ik langs een hotel. Hier wordt na middernacht blijkbaar niet meer opengedaan, dus gaat mijn zoektocht naar een slaapplek nog even door. Door een opgebroken weg kan ik de route niet blijven volgen, en enigzins verdwaalt kom ik Luxemburg stad in. Het eerstvolgende hotel wat ik hier aan tref straalt zoveel klasse en alure uit dat ik niet eens durf te vragen wat een overnachting hier kost. Ik ploeter door het centrum met zijn kinderkopjes, moet zelfs een steile trap af ( die aangegeven staat als fietsroute ), en dat valt niet mee met een bagage karretje achter je fiets. Dan zit ik weer op de route, welke inmiddels uit betonnen fietspaden bestaat, in dit stedelijke gebied is echter nog geen geschikte plek om mijn tent op te zetten. Dan tegen een uur of 4 zie ik een fiets uitrustplek met een afdak, en een waterkraan. Hier zet ik mijn tent op met een minimum aan haringen, en duurt het niet lang voor ik met al mijn kleren aan in slaap val met de gedachte dat ik 300km dichter bij huis ben


a la prochaine,
Dennis.

donderdag 14 oktober 2010

Poligny Darnay


Donderdag 26 augustus, alweer een mooie dag in frankrijk. Ik ga vroeg op pad, en sla het ontbijt over, die pik ik onderweg wel op. De supermarkten gaan pas om 9.00 uur open dus daar ben ik tevergeefs heengegaan. Op de kaart van de GPS zoek ik de route weer op, maar de kruising waar ik in wil haken blijkt een viaduct te zijn waar ik niet af kan slaan. Een stukje door de berm, het talud af brengt mij weer op het juiste pad. Ik laat Poligny achter me, en slinger door het landschap. Na ongeveer 40 km kom ik de eerste bakker tegen, tijd voor ontbijt, je raad het al, pain au chocolat. De trap naar het tegenoverliggende kerkje bied voldoende comfort om even te zitten. De route slingert langs een spoorlijn, ik zie alleen geen treinen. De reis gaat voorspoedig, weinig steile klimmen, afwisselend landschap van bossen, akkers, en schattige dorpjes. In Marnay rijdt ik regelrecht een soort kruistocht in spijkerbroek tafereel tegemoet. Een optocht van huifkarren, met daarop zingende kinderen, begeleidt door blokgefluit. Een van de paarden wordt aan het bit begeleidt door een in kapelaanspij gestoken geestelijke. Dit tegen de achtergrond van het middeleeuws aandoende Marnay vormt een sfeerbeeld uit lang vervlogen tijden.
Marnay
Het centrum van Marnay kent smalle straten, waarin de gps alle kanten op wijst behalve de goede. Door de gps even te negeren raak ik toch aan de goede kant weer op het juiste pad. Ter hoogte van Charmotte gaat het zo lekker, dat ik niet in de gaten heb dat ik langzamerhand van de route afwijk. De gemiddelde snelheid stijgt gestaag, maar wanneer ik ontdek dat ik verkeerd zit, en op de kaart zie dat ik een stukje om moet rijden ten opzichte van de groene route baal ik wel een beetje. Maar ja, het ging wel even lekker. Via een binnendoor boerenweg kom ik weer terug op de route. Vandaag zal ik ook de rivier de Saône een stukje volgen, niet zo spectaculair als de Ain, maar toch ook wel de moeite waard.
Soing sur Saône
Bij het dorpje Soing is het zelfs schilderachtig te noemen. In het daarop volgende dorpje raak ik weer eens de route kwijt. Op de kaart zie ik dat de route de Saône in al zijn slingers volgt, en ik besluit mijn eigen plan te trekken, en een stuk van de route af te snijden. Tijdwinst levert het mij niet op, vanwege de hoogtemeters, maar het slingert wel mooi door de bossen. In het dorpje Corre besluit ik de plaatselijke horeca met een bezoekje te verblijden. De blijdschap is niet wederzijds, gezien het uitgestorven tafereel dat  ik aantref in het restaurant. De uitbaatster is druk met een vriendin aan het telefoneren in de keuken zo te horen. Geen tijd voor de klanten dus op naar de plaatselijke supermarkt, die ik net voor sluitingstijd weet te vinden. ( het bord gaf aan dat het na 500 meter links was, dit bleek 1500 meter te zijn ). Fromage blanc, honing, ratatouille, en een blikje desperado vormen mijn buit. Eenmaal terug in het ritme slingert de van verse slijtlaag voorziene weg zich omhoog door de bossen. Gezien de Fromage blanc niet al te lang goed blijf, en ik nog geen camping in zicht heb besluit ik deze boven aangekomen te nuttigen, samen met de gehele pot honing. Onderaan de afdaling moet ik mijn bidons bijvullen, een tweetal mannen zijn bezig met een grasmaaier voor hun huis, hier stop ik, en een korte woordenwisseling is genoeg om het het gewenste water in de bidons te doen belanden. De rest van de bewoners schuifelt door de voordeur naar buiten om te aanschouwen welke vreemde vogel er voor hun deur staat. Het mag gezegd worden dat hoe noorderlijker je komt de mensen een onaantrekkelijker uiterlijk hebben hier in Frankrijk, ik dacht even dat ik al bijna in Luxemburg was.... het water smaakt er niet minder om. Het is hier best wel lommerijk, en dat betekend dat het daglicht ook snel vertrokken is tussen de bomen. Nog steeds geen camping, en ik besluit de plaatselijke bevoling te raadplegen naar een dichtsbijzijnde slaapplek. Na enige discussie met een gezelschap op een terras, blijkt er een camping in Darnay te zijn, erg rustig, want naast een begraafplaats gelegen. Slechts 10 km verderop vind ik deze uitgestorven Camping Municipal Darnay. De toegangsweg loopt steil naar beneden, en aangekomen bij het bureau wordt ik welkom geheten door de jeugdige campingbeheerder. Ik blijk de enige gast te zijn, de camping is totaal uitgestorven. Er wordt mij drinken en chips aangeboden, en als ik zin heb in een baantje zwemmen in het reeds gesloten bad, dan behoort dit ook tot de mogelijkheden. Na 204 km heb ik helaas wel wat anders aan mijn hoofd, ik sla mijn desperado achterover, en bereid mijn pastamaaltijd, nog even douchen en dan slapen. Terwijl in de verte de donder en bliksem nadert, begint het voor het eerst lichtjes te regenen. Morgen zal ik Frankrijk verlaten.

a bientot,
Dennis.