woensdag 13 mei 2009

De reis is het reisdoel deel II


In Leiden aangekomen wacht ons een warm welkom van Arjen en Simone, die in die volgorde ook thuis komen. Om te voorkomen dat we voor een dichte deur stonden had Carolien bij een vorig bezoek al de beschikking over de huissleutel gekregen. Koffie, ja lekker, met melk en suiker graag. Tja zegt Arjen, wij drinken altijd zwart, dus even zoeken naar suiker en melk. In de koelkast die zich in de schuur bevind worden een paar net over de datum kuipjes opgeduikeld, en uit een keukenla komt van achter en onder het potje met het witte poeder. 1 schepje? doe er maar 2. Gatverdegatver, zoute koffie, echt heel goor. Dan maar gelijk een 2e bak om de smaak weg te spoelen, nu met echte suiker. Na het douchen verzorgt Simone de inwendige mens met een overheerlijke vegetarische pasta maaltijd, want jullie fietsers zullen wel honger hebben.
Na het eten, nog even de stad in, Simone blijft thuis, want morgen moet ze werken.
Het draait uit op een avondje snoekeren, waarbij Arjen's niveau naarmate de avond vordert langzaam bij mijn niveau in de buurt komt, en ik het laatste potje toch nog win. De volgende dag staat in het teken van familie en bekenden bezoeken, na het ontbijt nog even ontspannen de boegsprieten invetten, de bidons vullen, de bagage weer op de fiets hangen, en natuurlijk de regenjassen vergeten. ( niet meer nodig ).
De bezoekcyclus start bij Arjen's moeder waar ik vroeger ook nog wel eens kwam, daarna mijn ouders. Omdat mijn broer er ook is, en we tenslotte een roeifietstandem tot onze beschikking hebben wil hij een ritje achterop ook wel wagen. Wel even wat anders dan een racefiets, en hij stapt na de rit af, nog wat nadelen van de roeifiets opsommend. De volgende stop is bij Piet en Janine in Hillegom. Het is een grote verrassing dat we daar onaangekondigd op de stoep staan. Het onthaal is evenwel hartelijk. Nu we er toch zijn, mogen we pas weg na soep met brood, en trekken we door naar Haarlem. Slechts 45 km vandaag vanaf Leiden, en we zijn alweer op de eindbestemming aangekomen. We blijven overnachten bij Truus ( schoonmoeder ), de roeifietstandem wordt door de voordeur naar achter het huis gemanoeuvreerd. ( de achterom heeft teveel haakse bochten voor het lange lel. )
De volgende dag hebben we afgesproken bij Theo en Annemiek voor een brunch in Almere.
Het is ongeveer 60km naar Almere, en deze tocht verloopt voorspoedig. Wanneer wij aankomen in Almere staat de tafel reeds gedekt met heerlijkheden. Theo en Annemiek doen ons uitgeleide van Almere, want verdwalen is hier zo gepiept. We memoreren nog even het bijzondere feit dat we met de enige twee roeifietstandems ter wereld naast elkaar over het fietspad zoeven. Even voorbij de Eemhof nemen we afscheid en zetten we de laatste 60km naar Brummen in. Na de patat in Harskamp is het nog maar 30km, en moe maar voldaan leggen we aan in het vertrouwde Brummen. in totaal hebben we 350km in 3 dagen afgelegd, voorwaar een hele prestatie.

dinsdag 12 mei 2009

De reis is het reisdoel Deel I

Op vrijdag 8 mei gaan Carolien en mijzelf op de roeifietstandem een lang weekend naar het westen. Op bezoek bij vrienden en familie, en als onderliggend thema de roeifietstandem beoordelen.
De weersvoorspellingen maken dat het vrijdag een spannend tochtje kan gaan worden. Een buienfront met windstoten trekt van west naar oost over Nederland. Precies de omgekeerde richting die wij afleggen. Carolien twijfeld nog of we wel moeten gaan, ze vind het al spannend genoeg zonder deze vooruitzichten.
De route staat in de gps, maar tot aan Woerden ken ik de weg uit mijn hoofd.

Bij Scherpenzeel moeten we door een fietstunnel, en hier dreigt het hele weekend te eindigen. Het is een eenrichtings fietstunnel met een bocht erin, dus niet al te breed, en met de lengte van de tandem heb je al gauw de hele breedte nodig. In de tunnel ligt echter een partij modder waardoor de tandem zijn grip verliest en wij jammerlijk tegen het ruwe asfalt kwakken.
Licht beurs en verrijkt met enkele schaafplekken krabbellen we weer overeind, dit gaat gepaard met wat woorden die in deze blog niet thuis horen. De tandem komt redelijk ongeschonden uit de strijd, slechts het stuur rechtzetten, en een van de 2 aandrijfkabels weer opnieuw opleggen. Nog 85km te gaan naar Leiden, nog steeds met een korte ei.

De beurse plekken zijn pijnlijk, maar beweging is noodzakelijk om verder leed te voorkomen is mijn ervaring. Na Woudenberg moeten we de piramide van Austerlitz omhoog. De pijn verbijtend komen we boven, even adempauze, en uitbollen naar Zeist.
We komen langs de plek waar op de rit Middelburg – Brummen de spaken braken, ik heb daar toen een in de berm zwervende spatbord houder rechtop in de grond gestoken, welke nog steeds overeind staat. Door te blijven bewegen blijft de pijn dragelijk, en in Nieuwegein blijft een enthousiaste bestelautobestuurder een tijdje naast ons rijden, “zo’n fiets heb ik nog nooit gezien!!!” wordt ons toegeroepen door het open raam. Vlak voor Montfoort strijken we neer bij een eetcafĂ© voor een warme hap. De wind is inmiddels in kracht toegenomen tot een ruime 5 beaufort, terwijl het landschap in tegenstelling tot de Veluwe geen enkele beschutting meer bied.

In Montfoort vallen een paar druppels, maar de zon schijnt nog steeds. Via Linschoten, en Woerden ( wat een k.... fietspaden daar ) gaat het richting Bodegraven, alwaar de buien in alle hevigheid losbarsten. Langs de oude Rijn over een smal paadje met af en toe windvlagen tussen de huizen door wordt deze rit toch nog een ware beproeving. We schuilen even bij een restaurant om het centrum van de depressie te ontwijken, als de buien wat minder worden gaan we weer verder. Het gevoel in ons beider handen is inmiddels vertrokken, en bij Alphen a/d Rijn bedenken we of het laatste stukje met de trein afgelegd kan worden. Dan klaart de lucht op, stopt het regenen, en komt de zon tevoorschijn. Hiermee stijgt ook ons energieniveau weer zodat het laatste stukkie naar Leiden het leed gedeeltelijk doet vergeten. Leiden is hectisch, want inmiddels is het net na 17.00 en dus spitsuur. De fietsinfrastructuur is niet toegesneden op roeifietstandems, de lengte blokkeerd bij oversteekplaatsen vaak het fietsverkeer in beide richtingen, het autoverkeer geeft ook niet altijd de benodigde ruimte om te manoevreren. Maar we zijn op onze bestemming aangekomen.